Egels

Een egel die overdag rondloopt hoeft niet per se ziek te zijn, maar het geeft wel aan dat er iets niet goed is. Wat kunt u zoal aantreffen:

Als hij gewond is (een egel die stinkt, is zeker gewond). Als er vliegeneitjes of zelfs maden op zitten. Als hij ergens in verstrikt zit. Als hij niet opgerold is en zijn ogen dicht heeft. Als hij niet oprolt als je hem op zijn zij draait. Als hij hoest of vieze ogen heeft. Als hij heen en weer wiebelt. Als hij rondjes loopt.  Als hij dreigt te verdrinken in een vijver of zwembad. Als alle stekels plat liggen, ook als je hem stevig aanraakt. Als zijn winternest verstoord is en er niet meer kan blijven. Alle babyegels (hebben nog witte stekels) met dichte ogen, buiten het nest. Een kleine egel die luid fluit zonder dat er een moeder bij is (ook niet na een tijdje).

Eerste opvangtips

Laat de egel in nood niet achter in een bos of op een ander plek, aangezien een egel niet van zon en licht houdt en dus zal wegkruipen onder de bosjes. Neem een egel in nood gelijk mee naar huis, gewikkeld in een doek, shawl of stuk krant. Plaats thuis de egel in een goed afsluitbare doos met luchtgaten.Leg een dubbelgeslagen handdoek in de doos en bij voorkeur een kruik of een, met warm water gevulde (kunststof) limonadefles in een handdoek of dikke sok. De kruik moet half worden gevuld met goed warm (maar niet kokend) water. Vouw de kruik boven het water dubbel zodat de lucht kan ontsnappen en draai dan de dop stevig dicht. Als er teveel lucht in blijft zitten is de kruik bol en rolt de egel er vanaf. Doe de handdoek er daarna goed omheen zodat de egel niet tegen het hete rubber aanligt. Voer de egel geen eten of drinken. U kunt er wel een klein bakje water bijzetten met een paar scheppen blikvoer voor katten of een handjevol kattenbrokjes. Laat de egel vooral met rust, de warmte en rust zullen het dier stabiliseren waardoor het dier sneller op de opvang kan worden geholpen.